• In de laatste drie maanden van 2020 is het aantal banen met 14.000 teruggelopen vergeleken met het kwartaal ervoor.
  • Het banenverlies was het grootst in de handel, horeca en het vervoer; in de zorg, het onderwijs en de bouw kwamen er banen bij.
  • Tegelijk met het afnemende banentotaal liep de werkloosheid ook terug, naar 3,9 procent in december.

De werkgelegenheid in Nederland is in het laatste kwartaal van vorig jaar licht afgenomen. Ook het aantal vacatures ging omlaag.

Daarmee lijkt het beeld op de arbeidsmarkt iets verslechterd ten opzichte van de derde periode van vorig jaar, toen juist sprake was van duidelijk herstel na de enorme coronaklap van het tweede kwartaal.

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is Nederland alles bij elkaar goed voor zo’n 10,7 miljoen arbeidsplaatsen, van zowel werknemers als zelfstandigen. Ten opzichte van het derde kwartaal liep het banentotaal met 14.000 terug.

In het tweede kwartaal was er nog sprake van een recorddaling van het aantal banen met 297.000, gevolgd door een gedeeltelijk herstel in het derde kwartaal met 165.000 arbeidsplaatsen.


Steun van de overheid dempte de klap

Mogelijk speelt de nieuwe lockdown een rol in de cijfers. Maar ondanks alles lijkt de schade voor de arbeidsmarkt eigenlijk nog mee te vallen. Dit komt door de steunmaatregelen van de overheid, waardoor veel bedrijven geholpen worden bij het doorbetalen van hun personeel.

In de banencijfers van het CBS zijn ook de arbeidsplaatsen meegerekend van mensen die vanwege de crisis niet of minder kunnen werken, maar wel nog steels hun loon krijgen gestort.

Het banenverlies was het grootst in de handel, horeca en het vervoer. Ook in de cultuursector en recreatie gingen banen verloren. Deze sectoren hebben allemaal veel last van de coronacrisis. Sinds het begin van de pandemie gelden reisbeperkingen, zijn evenementen geschrapt en door lockdowns zijn de horeca, musea, theaters en pretparken gesloten.

In andere sectoren kwamen er juist banen bij, zoals de zorg, het onderwijs en de bouw. De vraag naar personeel in de zorg en het onderwijs stijgt al langer gestaag, en de werkgelegenheid in de bouw trekt aan vanwege bijvoorbeeld de vele verbouwingen die de laatste tijd plaatsvinden. Ook was er meer werk via uitzendbureaus.

Minder vacatures, minder werkloosheid

Eind december stonden er verder 210.000 vacatures open, 6.000 minder dan een kwartaal eerder. In totaal daalde het aantal vacatures vorig jaar met 76.000.

In de handel, zorg en zakelijke dienstverlening, goed voor ruim de helft van de openstaande vacatures, was de vraag naar nieuw personeel het grootst.

Tegelijk met het afnemende banentotaal liep de werkloosheid ook terug, naar 3,9 procent in december. Dit had het CBS eerder al naar buiten gebracht.

Volgens het statistiekbureau komt deze afname vooral doordat er in de laatste maanden van het jaar meer werklozen aan het werk gingen dan er werkenden hun baan verloren. Ook speelt mee dat er minder mensen op zoek gingen naar een nieuwe baan.

'Coronacrisis stuwt vraag naar fietskoeriers en pizzabakkers'

Naar sommige beroepen is er juist veel vraag tijdens de coronacrisis. Volgens uitzendconcern Randstad zijn de functies assistent supermarktmanager, IC-verpleegkundige en fietskoerier met stip binnengekomen op zijn jaarlijkse lijst van kansrijke beroepen.

Dit heeft deels te maken met de heersende pandemie. Door de vele bezorgmaaltijden is er bijvoorbeeld dringend behoefte aan meer pizzabakkers.

Los van de effecten van corona bieden de ICT en de techniek al langer meer vacatures dan andere vakgebieden. Ook in de bouw, het onderwijs en de zorg is blijvend veel vraag naar personeel.

"We zitten momenteel in een ongekende periode die zijn sporen nalaat op de arbeidsmarkt. Gemiddeld zien we over alle vakgebieden heen een afname van de vraag", stelt algemeen directeur Dominique Hermans van Randstad Nederland.

Sommige sectoren worden volgens de bestuurder hard geraakt door de contact beperkende maatregelen, zoals de horeca en toerisme. "Anderzijds zijn er sectoren die nu juist behoefte hebben aan extra mensen om aan toegenomen vraag te voldoen, bijvoorbeeld supermarkten en pakketbezorging."

'Economie waarschijnlijk licht gegroeid in vierde kwartaal'

Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakt dinsdagochtend ook bekend hoe de Nederlandse economie in het vierde kwartaal presteerde.

De economie is in de laatste drie maanden van 2020 waarschijnlijk heel licht gegroeid ondanks de tweede coronalockdown. Maar dat neemt niet weg dat 2020 naar verwachting de geschiedenisboeken in gaat als jaar van economische krimp.

In het derde kwartaal was nog sprake van 7,8 procent groei op kwartaalbasis. Daarmee veerde de economie flink op van de historische krimp met 8,5 procent in het tweede kwartaal, toen de economische bedrijvigheid hard werd geraakt door de eerste lockdown tegen het coronavirus. Economen rekenen voor het vierde kwartaal in doorsnee op een plusje van 0,2 procent.

Dat de stevige opleving van het derde kwartaal niet aanhield, komt onder meer door de in oktober afgekondigde horecasluiting. Later werden de coronamaatregelen nog strenger. Sinds half december zijn vrijwel alle Nederlandse winkels gesloten, uitgezonderd verkopers van essentiële producten als supermarkten.

Maar niet alle delen van de economie hebben even veel last van de lockdown, zo kwam onlangs naar voren uit diverse maandcijfers van het CBS. De productie herstelt bijvoorbeeld met horten en stoten, zo concludeerde het statistiekbureau al. Door de vele steunmaatregelen van de overheid blijft een massale faillissementengolf voorlopig uit en blijft de werkloosheid laag.